Lesdoelstellingen
De leerlingen kunnen:
- In eigen woorden uitleggen wat een computer is.
- Verschillende soorten computers herkennen en opnoemen.
- Verschillende componenten van een computersysteem opnoemen en in een schema zetten.
- Onderdelen die in de systeemkast zitten herkennen en uitleggen waarvoor ze dienen.
- Verschillende componenten van het moederbord aanduiden, herkennen en uitleggen.
- Onderdelen op een moederbord aanduiden.
- In eigen woorden de functie van een processor uitleggen.
- Een onderscheid maken tussen intern en extern geheugen.
- kenmerken van geheugens opnoemen en uitleggen.
- In eigen woorden het doel van werkgeheugen, cache geheugen, systeemgeheugen, ... uitleggen.
- De geschiedenis, data en namen van de belangrijkste uitvinders van de computers herkennen.